Duivels - en heksenplanten
Over Vervloekte - of Duivelsplanten, Heksenzalf
De middeleeuwen waren tijden van grote tegenstellingen:
enorme weelde aan de hoven en rijkdom plus absolute macht van de Kerk, terwijl
de gewone bevolking vaak in ellendige omstandigheden leefde. Tijden van
honger door oorlogen of mislukte oogsten, pestepidemieën, cholera,
tyfus en melaatsheid etc. Men was bezeten van de angst voor de duivel en
de dood, die overal en op ieder moment kon toeslaan. Het hele bestaan was
gericht op het sterven en dán aan het einde der tijden de Verrijzenis
en het Laatste Oordeel.
Enkele gifplanten
(Klik op de foto voor een vergroting)
Het waren tijden, waarin het geloof aan heksen en magiërs hoogtij vierde.
Deze heksen en magiërs maakten gebruik van de bedwelmende werking van
vele giftige planten. Het volk noemde daarom die planten duivelsplanten,
en de duivel speelt dan ook een grote rol in de folklore der gifplanten.
Heksen waren vrouwen, die een verbond met de duivel hadden gesloten en daardoor
in staat waren hun medemensen veel kwaad te berokkenen, zoals zwakke kinderen
of koeien ziek maken, boter en melk “stelen” of onweer maken.
Huislook. Eén van de ingrediënten van heksenzalf.
Iedere woensdag en vrijdag gingen zij naar de sabbat, dat was een vergadering
van heksen waar de duivel zelf ook bij was. Zij vlogen op een bezemsteel
door de lucht! De “heksen” geloofden zelf dit verhaal. Voor
zij naar de sabbat gingen, smeerden zij de stok van de bezem (of iets dergelijks)
en enkele delen van hun lichaam in met heksenzalf. Die zalf bestond uit
een mengsel van verschillende gifplanten en vet. Er zijn verscheidene recepten
van bekend. De meeste bevatten
bilzenkruid,
wolfskers,
monnikskap,
koningsvaren,
ijzerhard,
huislook,
venushaar,
zwarte nachtschade,
doornappel
en verschillende
wolfsmelksoorten.
De magiërs deden het weer een beetje anders. Zij waren mensen, die
door toverformules en verschillende, veelal zeer onsmakelijke handelingen
de natuurmachten dachten te beheersen en deze dus te kunnen dwingen hun
wil te volgen. De duivel was altijd weer de hoofdpersoon. Zij dwongen hem
te verschijnen en daartoe gebruikten zij een aantal zeer giftige planten.
Kerstroos
(Klik op de foto voor een vergroting)
Kerstroos
(
Helleborus Niger. L.)
Nieswortel, Heilig kerstkruid, Sneeuwwortel, Winterlelie,
Duivelinne...
De heksen en magiërs maakten gebruik van haar vergiftige eigenschappen
o.a. voor het bereiden van de heksenzalf.
Monnikskap
(Aconitum napellus L.)
Adam-en-Eva (Twenthe en Stellingwerf)
Tijdens de middeleeuwen waren het de heksen en magiers die natuurlijk
gebruik maakten van de giftige eigenschappen der plant. Bij hun bezweringen
en in de heksenzalf ontbrak nooit de monnikskap.
Gevlekte aronskelk
(Klik op de foto voor een vergroting)
Gevlekte aronskelk(
Arum mauculatum L.)
De Duivel moet zich natuurlijk kunnen verweren. Hij gebruikt daarvoor "stokken". In Voorschoten heet daarom de Aronskelk "Duivelsstokje".
Wolfsmelk
Euphorbia-soorten
Heksenmelk, Duvelsdrek, Duyvelsmelck
Alle soorten Euphorbiaceeën bevatten een giftig melksap; in hoeverre
dit melksap gevaarlijk is weet men niet van alle soorten , maar in ons
land komen tenminste vier soorten voor die zeer gevaarlijk zijn.
Kruisbladwolfsmelk
(Klik op de foto voor een vergroting)
Kruisbladwolfsmelk
(
Euphorbia lathyris L.) Aan deze soort werd grote toverkracht toegedacht;
men beschouwde haar als een der sterkste springwortels die zelfs sterker
dan de salomonszegel zou zijn.
Vroeger zou de melk van deze soort een voedingsmiddel voor mens en dier
geweest zijn, maar de duivel was zo afgunstig op de plant dat hij haar verontreinigde
en sindsdien is zij giftig.
Citroenmelisse
(Klik op de foto voor een vergroting)
Citroenmelisse
(
Melissa officinalis L.)
Citroenkruid, Melis
De citroenmelisse is aan de sterke citroengeur gemakkelijk te herkennen.
De bloemen zijn witachtig, de plant wordt bijna 1 m hoog.
De citroenmelisse was een der 16 toverkruiden van Albertus Magnus (Albertus,
Graaf van Bolstädt. 1193-1290). Albertus Magnus was dominikaan, later
bisschop van Regensburg, daarna lector te Keulen en raadgever van de aartsbisschop
Konrad von Hochsteden. Zijn kennis, niet alleen van de natuurkunde, maar
op alle wetenschappelijk gebied, was voor die tijd zo groot, dat velen
hem een tovenaar noemden. Niettegenstaande die verdachtmaking werd hij
in 1562 gelukzalig verklaard. Er zijn echter vele sagen over hem in omloop.
Zestien planten dienden hem tot hulp bij zijn vele bovennatuurlijke kunsten.
Er bestaat een boekje “ Liber aggregationis” , dat volgens
sommigen door hem is geschreven en waarin deze planten worden opgesomd.
In het Nederlands werd het vertaald onder de titel: “ Dat Boeck
der Secreten Alberti Magni” .
Men beschouwde het als een echte heksenplant.
In de kruidentuin is het een onmisbare plant, heerlijk geurend, een echte
bijenplant en als keukenkruid goed te gebruiken. Men zegt dat het prettige
dromen geeft wanneer men het ’s avonds eet!
De plant heeft een heerlijke, op citroen gelijkende geur en was daarom
met de lavendel wel het meest gehate kruid dat de duivel kende. Het behoorde
bij de negenderhande kruiden en was een rookplant. Alles wat bij de duivel
behoorde vreesde haar even zeer, zoals alle “ venijnig gedierte’
, schorpioenen en spinnekoppen. Natuurlijk benam het de kracht aan alle
gif!
Print